Gymnadenia densiflora
Kenmerk |
Toestand |
||
aantal bladeren |
drie of meer bladeren |
||
beharing bovenste stengelhelft |
nee |
||
biotoop |
kalkgraslanden |
||
bladvorm |
grotendeels even breed |
||
bloeiaar los- of dichtbloemig |
dichtbloemig |
||
bovenste stengelblad bereikt bloeiaar |
nee |
||
grootste breedte van het blad |
in het midden |
||
kleur doosvrucht |
groen |
||
lengte onderste schutblad |
(veel) langer dan de zaaddoos |
||
onderste bladeren stomp/spits |
stomp |
||
oriëntatie bloeiaar |
alzijdig |
||
stand van de bladeren |
boogvormig/ schuin omhoogstaand |
||
stand doosvrucht |
rechtopstaand/ schuin omhoogstaand |
||
steel doosvrucht |
afwezig (zaaddoos is zittend) |
||
stengel hol of gevuld |
gevuld (onder bloeiaar) |
||
stengel met basaal stengelomvattend, schedevormig blad |
nee |
||
structuur schutblad |
bladdik |
||
vlekken op blad |
nee |
||
vorm bloeiaar |
langwerpig (meer dan acht keer zo lang als breed) |
||
vorm onderste schutblad |
lancetvormig |
||
vorm doosvrucht |
spoelvormig (1,2 tot 2 keer zo lang als breed) |
||
waar worden bladeren gevormd |
bladeren over stengel verdeeld |
||
vruchtzetting |
|